Anderhalf jaar geleden verhuisde ik van mijn eenpersoonsappartement naast een studentenhuis naar een wat ruimere woning in een suffe buitenwijk. Ik had er hoge verwachtingen van: geen feestjes, geen continue verhuizingen, geen “nooit weten wie je buren zijn”, geen “je buren pas voor het eerst ontmoeten om 3 uur ’s nachts als ze stronken zijn en herrie maken”. Ik zag, kortom, alleen maar voordelen.
Ik had echter geen seconde stilgestaan bij het feit dat er in dit soort suffe buitenwijken tegenwoordig vrijwel chronisch verbouwd wordt.
Blijkbaar is het voordeel van een dikke blutto te midden van andere dikke blutto’s zijn, dat er nooit verbouwd wordt. Er wordt hooguit eens een spijkertje in de muur geslagen of een kast in elkaar gezet als er iemand verhuist, maar grootscheepse verbouwingen zitten er niet in. De mensen die recht hebben op een sociale huurwoning in het goedkopere segment hebben tenslotte geen tienduizenden euro’s slingeren. Zelfs als ze op een gegeven moment door opwaartse mobiliteit, een erfenis of de loterij toch lekker in de slappe was komen te zitten, dan gaan ze dat geld natuurlijk niet in hun huurwoning investeren. Ook de woningbouwvereniging verbouwt nooit wat: zo’n B-keus Bruynzeelkeuken uit 1992 kan volgens hun best 50 jaar mee, want “Je mag al blij zijn dat je een dak boven je hoofd hebt, blutto!” Niet dat ze ook maar enige moeite doen om dat dak lekvrij te houden overigens. #ZwembadInMijnWoonkamer2018En2019
Hoe anders is het in de wereld van het flinke geld: in de anderhalf jaar dat ik hier nu woon, is er alleen al in mijn mini-straatje voor honderdduizenden euro’s nodeloos verbouwd. Nodeloos, ja. Hoe ik dat zo zeker weet? Nou, ik beweer dan wel altijd heel stellig dat ik niet aan hobbies doe, maar mijn hobby is Funda. Ik weet dus precies hoe al die huizen die na verkoop extensief verbouwd worden er van binnen uitzien: ze zijn al instapklaar, want VOOR de verkoop OOK extensief verbouwd. Waar je in Blutto Land al spreekt over “instapklaar” als het niet smerig is, de gaatjes gedicht zijn en de muren in 1 laag overschilderbaar zijn, is een woning in Flink Geld Land pas “instapklaar” als hij in een luxe woonblad kan. Deze woningen zijn op het moment van verkoop voorzien van vloeren, keukens en badkamers die ik van mijn leven nog nooit in het echt gezien heb. Ik heb me in het verleden vaak verwonderd over de hoeveelheid vloer-, keuken-, en badkamerwinkels. “Op een gegeven moment heeft toch iedereen een vloer, een keuken en een badkamer? Hoe vaak vervang je die dingen nou in je leven?” Ik bleek verpletterend naïef.
Fris gelegde vloeren die prima een jaartje of 15 kunnen blijven liggen, verdwijnen na hooguit door 30 mensen belopen te zijn in de bouwafvalcontainer. Splinternieuwe keukens worden een kleine drie maanden na installeren ongebruikt weer uit de woning gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe keuken die er precies op lijkt. De badkamers laten ze dan gek genoeg vaak weer wel zitten, ik vermoed omdat een splinternieuwe regendouche vervangen door een splinternieuwe regendouche ook de Grootverdienende Verbouwlustigen te ver gaat.
De blutto in mij heeft weinig geduld voor dat hele “Verbouwen naar mijn eigen smaaaaak”-gezever. “Verwend gezeik, je mag al blij zijn dat je een dak boven je hoofd hebt,” denk ik dan toch altijd. En sowieso, als je een slordige 7 tot 8 ton kunt neertellen voor een woning, dan kan ik echt niet geloven dat je binnen al die instapklare woningen niets kunt vinden wat “je smaak” is. Vooral omdat al die woningen precies op elkaar lijken.
Het is volgens mij dan ook voornamelijk de menselijke versie van tegen een hoekje van de bank aan sproeien om hem als je eigendom te markeren. Zeker als je ziet dat sommige mensen vlak nadat ze uitverbouwd zijn verkassen naar een nieuwe instapklare woning die dan weer verbouwd moet gaan worden. “Hun geld,” hoor ik al roepen. Klopt. Toch vind ik dit soort enorme geldverspilling, zeker in een wereld waarin zoveel mensen in extreme armoede leven, echt obsceen.
Daarnaast is het ook een enorme verspilling van materiaal en grondstoffen. Stel dat het koste wat kost moeten vervangen van splinternieuwe vloeren en keukens een vereiste is zodra je Flink Geld verdient, dan moet het toch mogelijk zijn om deze materialen opnieuw te gebruiken? Ik roep maar iets geks: misschien zijn er huurders van Woonclubje de Rots die best hun 1992 B-keus Bruynzeeltje willen vervangen, of die graag een laminaatvloer willen.
Op Marktplaats zie ik inderdaad wel wat tweedehands keukens en vloeren te koop staan, maar hier in de buurt eindigen ze vrijwel standaard in de container. Blijkbaar is dat makkelijker? Als weggooien makkelijker is dan doneren of verkopen, want respectievelijk “minder moeite” en “toch geld zat”, waarom worden deze materialen dan niet naar de kringloop gebracht? Terwijl ik dit schrijf realiseer ik me dat dat misschien komt omdat zowel de vloeren als de keukens van niet-recyclebaar materiaal gemaakt zijn en daarom alleen als bouwafval afgevoerd kunnen worden. Dan rijst bij mij natuurlijk direct de vraag waarom we dit soort materialen nog steeds en masse blijven produceren.
Wie echter denkt dat we het met de trifecta geldverspilling, materiaalvernietiging, en milieuvervuiling wel gehad hebben, vergeet de grootste gruwel van dat continue verbouwen: chronische geluidsoverlast. Het begint met wekenlang, uiteraard zonder aankondiging, gebreek, gesloop, gehamer en gebeuk. Daarna wordt de woning op Funda gezet en is het een paar weken rustig. Zodra de woning verkocht is, begint het hele circus weer van voren af aan.
In sommige periodes zijn ze nog niet klaar met de ene woning als ze aan de volgende beginnen. Uiteraard merk je dat pas op het moment dat je niet alleen links maar ook rechts van je gebreek en geboor hoort, en als je echt pech hebt ook aan de overkant. Hierdoor kan het zomaar zijn dat je 5 maanden achter elkaar non stop in de verbouwherrie zit. En niet alleen worden deze verbouwingen niet aangekondigd (want fuck de buren, blijkbaar), er is bij navraag ook zelden iemand die een fatsoenlijk antwoord kan geven op de vragen “Hoe lang gaat dit duren?”, “Hoe laat beginnen ze?” en vooral “Hoe laat houden ze weer op?”. Terwijl dat nou juist de informatie is die het allemaal iets draaglijker zou maken.
Nu ben je als niet-verbouwende bewoner compleet overgeleverd aan de herrie. Je kunt er ook niemand op aanspreken, want ondanks dat een klein rondje google me leert dat verbouwoverlast een enorm vaak voorkomend probleem is in Nederland (niet vreemd gezien we met 17 miljoen mensen op een postzegel wonen in woningen die over het algemeen niet tot nauwelijks geluidsisolatie hebben), is er geen algemene regelgeving. Dus je mag het doen met de APV, in mijn geval die van Amsterdam, waar slechts in staat dat je geen “ernstige overlast” mag veroorzaken. Tja, en hoe definieer je dat? Niet.
Behalve dat je als niet-verbouwende bewoner dus geen poot hebt om op te staan, worden je klachten vaak afgedaan met de dooddoener dat je “maar in een hutje op de hei moet gaan wonen”. Nu heb ik sowieso een schijthekel aan dooddoeners (blogpost volgt), maar het is daarnaast ook gelul: er zijn geen hutjes op de hei. Anders woonde ik daar wel. Ook het aanbod aan vrijstaande woningen is in Nederland extreem beperkt, en sowieso niet te betalen als je geen crimineel, investeringsmaatschappij, of “Boomer-die-5-keer-gunstig-gekocht-en-weer-verkocht-heeft-met-tonnen-overwaarde” bent. Lekker dan.
Voor nu lijkt het erop dat ze in mijn straat weer even klaar zijn: alle woningen zijn verbouwd, verkocht, en opnieuw verbouwd. Nu maar genieten van de relatieve rust totdat het hele gemekker weer van voren af aan begint.
4