Doodgegooid word je ermee: “Groeien doe je buiten je comfortzone” of zelfs “Je leven begint buiten je comfortzone”. Nu ben ik sowieso geen fan van inspirational quotes, die trouwens vroeger gewoon “kalenderwijsheden” genoemd werden, maar deze staat heel hoog in de top 10 van de meest ergerlijke. Want die comfortzone, die heb ik dus niet.
Ja, we worden persoonlijk: hai, ik ben LP en ik heb een gegeneraliseerde angststoornis. Wat dat in mijn geval inhoudt? Dat ik altijd in meer of mindere mate overal bang voor ben. En dat bedoel ik letterlijk: het enige waar ik echt nooit bang voor ben, zijn katten.
“Ben je dan ook bang voor mensen?” hoor ik u denken. Ja, ik ben ook vaak bang voor andere mensen, vooral in groepen en/of als ik ze niet ken – het is niet persoonlijk. Behalve de enorme hoeveelheid dingen waar ik min of meer bang voor ben, zijn er ook dingen waar ik Heel Erg bang voor ben: boten, en dan met name hele kleine bootjes of juist mega cruiseschepen. Grote industriële gebouwen in het donker. Mijnen en dingen onder de grond zoals de metro. U ziet, als kind blootgesteld worden aan zowel Remi als de Titanic heeft flinke sporen nagelaten.
Natuurlijk is de mate van angst afhankelijk van hoe goed ik me voel: als ik niet acuut ziek ben en goed uitgerust, is alles veel minder eng, maar de angst is nooit helemaal weg. Ook vind ik bepaalde dingen minder eng dan vroeger: zo ga ik tegenwoordig regelmatig met de metro. Maar niet als de rijtuigen stampvol zitten. Nee, ook niet als ik daardoor te laat kom.
Ondanks dat ik het mijn hele leven al heb, heb ik jarenlang niet geweten dat dit een gegeneraliseerde angststoornis is. Dat lijkt vreemd, maar wat je kent, is “normaal”: ik dacht gewoon dat iedereen zich zo voelde. Hoe had ik moeten weten dat mijn reguliere emoties op een willekeurige dinsdagmiddag overeenkomen met wat andere mensen voelen als ze zeggen “bloednerveus” te zijn? Wist ik veel dat als anderen zeiden “nerveus te zijn voor een tentamen”, dat ze dan niet de doodsangst bedoelden die ik ervaar. Om het nog maar niet te hebben over de intrusies (= dwanggedachten) dat ik ga gillen midden in de tentamenzaal, vervolgens mijn tafeltje omver schop en dan mijn waterflesje naar het hoofd van de surveillant gooi. Dingen die nooit gebeurd zijn en ook nooit gaan gebeuren, maar daarom zijn het ook intrusies.
Het feit dat het bij een gegeneraliseerde angststoornis meestal om irreële angsten gaat, maakt het niet minder lastig te managen. Ook het feit dat ik de botte pech heb gehad dat een aantal dingen die “nee joh, écht nooit gebeuren” mij dus wél overkomen zijn, helpt niet. Denk hierbij aan dingen als plots van de een op de andere dag zonder enige verklaring doodgezwegen worden door iemand die de dag daarvoor nog verklaarde mijn Best Friend Forever te zijn, een bizar treinongeluk bij Hoofddorp, en een herseninfarct op mijn 40e.
Voor wie nu denkt “Maar dat chronisch bang zijn de hele tijd, is dat niet slecht voor je bloeddruk?” Klopt. Ik ben er dan ook van overtuigd dat een significant deel van mijn bloeddruksores en de daarop volgende ellende, misschien niet veroorzaakt zijn door mijn angststoornis (want er is aantoonbaar fysiek meer aan de hand), maar in ieder geval wel flink verergerd zijn door het decennia lang in pure terreur leven.
Het feit dat de meeste mensen het niet aan me zien, is zowel een voor- als een nadeel. Een voordeel, omdat ik “professioneel” kan overkomen op momenten dat ik van ellende niet weet waar ik het moet zoeken. Dit is meteen ook een nadeel, want mensen hebben de indruk dat ik een “vlot en ad rem” persoon ben, terwijl ik eigenlijk gewoon heel veel lul omdat ik 97% van de tijd in blinde paniek verkeer. Het andere grote nadeel is dat ik mezelf jarenlang gedwongen heb om dingen te doen, omdat ik “toch overal bang voor was”, zonder er ooit bij stil te staan of het dingen waren waar ik nou echt zin in had.
Recentelijk echter, in het kader van het beter managen van mijn leven en mijn angsten, heb ik een lijst gemaakt van “Dingen die ik doe, die ik eigenlijk niet wil en ook best wel zou kunnen laten”. Bovenaan stonden al die niet-verplichte bijeenkomsten waar ik me eens in de zoveel tijd huilend naartoe sleepte, onderwijl “Ik kan dit niet, ik kan dit echt niet!” roepend tegen mijn moeder over de telefoon. Bijeenkomsten die ik wel leuk gevonden zou hebben als ik anders was, althans, dat maakte ik mezelf tot voor kort wijs. Toen realiseerde ik me dat dat nergens op sloeg, want ik bén niet anders. En ik vind ze echt niet leuk.
Ik vind ze overweldigend en stressvol, en doordat ik krampachtig probeer niet in de gaten te lopen en continu het gevoel heb daarin te falen, raak ik hoe langer hoe meer in paniek. Ondertussen hebben de mensen om mijn heen de tijd van hun leven – ze vragen zich alleen af waarom “dat rare mens met die pruik” zich verdacht lang sniffend in de wc verschanst en de rest van de tijd continu op of aan haar telefoon zit. Ik heb dan ook besloten voortaan niet meer naar dit soort bijeenkomsten te gaan.
Hoewel ik het uiterst verdrietig vind dat ik daardoor bepaalde mensen niet meer zal terugzien en ik hiermee misschien ook wel eventuele potentiële professionele deuren voorgoed dichtsla, is het een opluchting om te weten dat ik niet langer trillend van de stress hoef te proberen dit soort avonden te overleven.
Hierdoor houd ik meer mentale rek over voor al die wél verplichte dingen in het leven die ik niet durf, en hopelijk worden die dan uiteindelijk ook wat minder eng. Want ik geloof dat groei begint als je een comfortzone voor jezelf bouwt.
0