Toen ik tien jaar geleden opnieuw ging studeren, had ik een plan: eerst een bachelor Engels halen, en dan kijken of er tegen die tijd een Master Creative Writing in Nederland opgestart zou zijn, en zo ja, die doen.
Tenminste, ik dacht dat dat mijn plan was. Pas achteraf realiseerde ik me dat ik – diep van binnen – ook andere verwachtingen had: mijn studie zou het leukste EVER zijn en al mijn eerdere, schijt-tot-matige studie-ervaringen uitwissen, ik zou ontdekt worden als het grootste structuralisme-genie sinds Foucault en ie-de-reen zou dol op me zijn. Deze studie zou alles wat er ooit fout gegaan was in mijn leven goedmaken, daar was ik diep in mijn hart van overtuigd.
Geen wonder deze studie vrijwel van A tot Z een diepe teleurstelling bleek.
Pas sinds een paar jaar weet ik dat dit soort kinderlijke wensen en gedachten vaker voorkomen bij mensen van wie het leven niet gelopen is zoals ze graag gewild hadden. Kinderen die gepest worden bijvoorbeeld, zijn volkomen machteloos om hun situatie zelfstandig te veranderen, wat men ook mag beweren. Vaker dan niet houden ze zichzelf overeind met dingen als “Later als ik groot ben, dan zal ik iedereen laten zien dat ik [vul iets uitzonderlijk bijzonders in]”. Begrijpelijk, als niemand je serieus neemt en het structurele, tot op het bot toe kwetsende gepest wordt afgedaan als “beetje plagen” en “het ligt ook wel een beetje aan jou natuurlijk”: daar moeten dan wel delusions of grandeur tegenover gezet worden om je ego een beetje intact te houden en niet op je tiende al van het dak te springen.
Daarnaast is er vanuit de maatschappij in het algemeen en de media in het bijzonder een continue stroom aan succesverhalen. Mijn toenmalige terugkeer aan de universiteit viel samen met de hoogtijdagen van hustle culture: als je zo hard mogelijk, het liefst non-stop, werkt en vooral geen rust neemt (“You can sleep when you’re dead!”), is succes gegarandeerd. Natuurlijk neemt de kans dat je succesvol wordt toe als je ervoor werkt, maar er is geen enkele garantie dat jezelf half-dood werken tot succes leidt. Ik zou zelfs willen zeggen dat het tegendeel waar is.
Het stomme is dat ik dat ook voordat ik omkiepte al wel wist, maar me toch als een mot tot een lamp aangetrokken voelde tot dit extreme gedachtengoed. Iets met controle en de illusie van volledige maakbaarheid en zo. Daar komt ook nog bij dat ik allochtoon ben: succesvol zijn binnen ~academia~, en dan ook nog beter zijn dan iedereen, is het enige juiste wat je als kind van vluchtelingen kan doen om de misère een beetje goed te maken. Die verstikkende druk, die ik mijn hele leven gevoeld heb, heeft ook niet geholpen.
Feit is, dat geen enkele studie, en zeker niet eentje die je op je 35e om oneigenlijke redenen begint, ervoor gaat zorgen dat je dolgelukkig, mega-succesvol, en super geliefd wordt. Het leven is namelijk geen sprookje, waarin alles in 1 keer “Poef!” opgelost wordt.
Ook bleek de studie die ik deed zowel qua inhoud als qua manier van aanbieden (in een moordend tempo continu veel te veel te veel kleine stukjes stof) niets voor mij te zijn. Ik had er gewoon in week vier mee moeten stoppen, dat had me een hoop geld, tijd, energie, mentale en ook fysieke ellende bespaard. Helaas zat ik zo verschrikkelijk vast in die Quitters are losers-mindset, dat mijn “Get a BA or die trying!” bijna letterlijk een die trying werd.
De enige reden dat ik na mijn herseninfarct mijn scriptie uiteindelijk toch afgeschreven heb, was puur vanwege de sunk cost fallacy. En de Noord-Zuidlijn. Die bleek ook best nuttig toen hij na jaren vertraging en een exorbitante budgetoverschrijding toch opgeleverd werd. Voor de optie op een vervolgstudie deed ik het overigens niet, want toen ik afstudeerde, was er nog steeds geen MA Creative Writing in Nederland, en de MA Creative Writing die ik op afstand in de UK zou gaan doen, werd door BREXIT onbetaalbaar.
En waar ik in publiekelijk (ook op dit blog) wat sociaal wenselijk blaatte dat ik “Even een jaar ging kijken wat ik met mijn verdere leven ging doen”, had ik, met mijn Oostblokgen, natuurlijk al lang een plan: ik zou NOOIT MEER EEN FUCK DOEN. Nooit meer. Niks, nakkes, nada. Geen fuck, geen ass, geen reet. Ik vond dat ik in mijn leven wel genoeg gedaan had, met nul komma nul resultaat, dus ik ging er gewoon maar eens mee ophouden, met dat doen.
Toen begon de pandemie.
***
Deel twee volgt morgen!
7